zondag 12 mei 2013

Ho'oponopono

Jij, schepster van scheppers,
moeder van goden,
wijze puber,
speelse vrouw.
Kent de mensen en hun zonden
waarvan ik er wat bega.
Noemt het beestje bij de naam
en trekt alles in twijfel.

Je herhaalt je Ho’oponopono
totdat alle hoeken rond zijn.
Bezit wat de wereld nodig heeft,
maar niet naar verlangt.
Een bestaan wat op de deur klopt,
9-hoog, hartje stad.
Je beeft.
Je eerlijkheid siert je.

Ik, bezit een Leeuwenhart
Stadsaboriginal, vreedzame krijger.
Meen de wereld te kennen,
dompel onder in haar overdaad.
meet mijzelf rollen aan
en speel het stuk gelaten.

Zie ons breken,
zoals mijn keukenspiegel die
door jouw stapels woorden,
gevouwen en gestoken
achter de rand, tot mijn zelfbeeld
in 9 grote stukken
op de keukenvloer lag.

(vrij werk)